top of page

Mondkapjes, wat zijn het?

NEN keurmerk.png

Bij het betreden van een supermarkt of andere openbare ruimte valt het meteen op: mondkapjes bestaan er in allerlei verschillende kleuren, vormen en materialen. Ook bij DELA dragen de bezoekers ieder een eigen, zelf meegenomen mondkapje of een door DELA uitgegeven mondkapje. Om duidelijk in beeld te krijgen van welke mondkapjes er in omloop zijn, wordt er gebruik gemaakt van de indeling die is gemaakt door het Nederland Normalisatie-instituut (NEN). In het rapport “Mondkapjes voor publiek gebruik – deel 1” (2020) maakt het NEN een onderscheidt tussen drie soorten maskers:

  1. Beschermende maskers

  2. Medische maskers

  3. Mondkapjes voor publiek gebruik

 

1. Beschermende maskers

Met beschermende maskers worden de mondkapjes bedoeld die moeten voldoen aan de Verordening (EU) 2016/425 en de Europese norm NEN-EN 149:2001+A1:2009. De maskers vallen onder persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en zijn beschikbaar in de typen FFP1, FFP2 en FFP3. FFP is een afkorting voor Filtering Facepiece Particle, oftewel een gezichtsmasker die de drager beschermd tegen deeltjes. Ook zijn deze maskers voorzien van een CE-markering.

 

2. Medische maskers

Deze masker moeten voldoen aan de Richtlijn 93/42/EEG of de Verordening (EU) 2017/745 voor medische hulpmiddelen en de Europese norm NEN-EN 14683:2019+C1:2019. Medische maskers worden voornamelijk in de zorg gebruikt omdat zij ervoor zorgen dat de omgeving niet besmet raakt door de drager van het mondkapje. ze zijn beschikbaar in type I, II en IIR, waarbij type II en IIR ook wel als chirurgische mondkapjes worden aangeduid. Ook zijn deze maskers voorzien van een CE-markering.

 

3. Mondkapjes voor publiek gebruik

Met mondkapjes voor publiek gebruik worden door de fabrikant gemaakte maskers of zelfgemaakte maskers zonder enige claim met betrekking tot bescherming bedoeld. Deze mondkapjes voldoen niet aan enige verordening en richtlijn als persoonlijk beschermingsmiddel of medisch hulpmiddel. Ook zijn deze maskers niet voorzien van een CE-markering.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Aanvullende informatie op deze categorisering is dat een gelaatscherm of face shield niet geldt als mondkapje voor publiek gebruik. Dit is omdat het oog en gezichtsbescherming geeft, maar geen adembescherming. Een gelaatscherm in combinatie met een mondmasker mag wel en biedt zelfs extra bescherming (Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut, 2020). Ook in biedt een masker met ventiel minder goede bescherming als een masker zonder ventiel, maar is deze wel comfortabeler bij het dragen van een mondkapje voor langere tijd (Aarts, 2020).

 

Op de site van de rijksoverheid staat vermeldt dat mensen een mondkapje voor eenmalig gebruik (wegwerpmondkapje) kunnen kopen of er zelf een van textiel kunnen maken. Als men ervoor kiest om een mondmasker te kopen, kunnen zij letten op het NEN-keurmerk. Dit keurmerk kunnen fabrikanten op hun product zetten als uit de test blijkt dat de maskers 70% van de druppeltjes tegenhoudt en adem-technisch de waarde 40 heeft.

 

Grondstoffen

Welke grondstoffen er worden gebruikt voor het maken van een mondkapje verschilt per type masker en per fabrikant. Ditzelfde geldt voor de hoeveelheden. Over het algemeen worden wasbare mondkapjes gemaakt van een textiel, bijvoorbeeld katoen. De lagen waaruit wegwerpmondkapjes zijn opgebouwd worden van verschillende non-woven en meltblown fabrics gemaakt vanuit thermoplastische polymeren (bv. polypropyleen, polyethyleen, polyester). (Boix Rodriguez, Formentini, Favi, & Marconi, 2021)

 

In het onderzoek van N. Boix Rodriquez et al. (2021) is onderzocht welke grondstoffen er in de verschillende maskers zitten en in welke hoeveelheden. De gegevens zijn in de tabel hieronder weergegeven:

​

​

​

Beschermend masker.jpg
Medisch masker.png
Mondkapje publiek gebruik.jpg

Voorbeeld beschermend masker

Voorbeeld medisch masker

Voorbeeld mondkapje voor publiek gebruik

Onderzoek mondkapjes.png
corona afval.jpg

In bovenstaande tabel wordt duidelijk dat polypropyleen, polyester, polylactide, polyurethaanschuim, aluminium, katoen en synthetisch rubber de grondstoffen zijn die over het algemeen worden gebruikt om de maskers te maken. Maar wat is een materiaal precies en wat zijn de eigenschappen?

Een materiaal zijn stoffen die worden toegepast in concrete duurzame voorwerpen (Mourik & Dam, 2012). In deze definitie wordt duurzaam langdurig bedoel en niet milieuvriendelijk. P. van Mourik en J. van Dam (2012) stellen dat de volgende categorieën belangrijk zijn voor de praktijk van het industrieel ontwerpen en construeren:

 

1. Metalen                                                                   3. Kunststoffen

2. Biomaterialen                                                          4. Keramische materialen

 

Metalen

Metalen zijn vaak zwaar in vergelijking met kunststoffen, glimmen en voelen koud aan. Materialen zoals ijzer, staal, aluminium en zink vallen onder deze categorie. Een stof kan puur zijn, of een legering (mengeling van verschillende metalen). In aanraking met lucht krijgen gaat het materiaal een oxidelaag en wordt het dof. Metaal is meestal onbrandbaar en heeft een hoge smelt temperatuur. Ook zijn het goede geleiders van elektrische stroom en warmte.

​

Biomaterialen

Deze materialen worden via levende organismen verkregen. Voorbeelden van dit soort materialen zijn wol, leer, hout en de vezels van plantaardige oorsprong (vlas, hennep, katoen). In de hedendaagse industrie worden steeds meer materialen gebruikt met een tussenpositie. Zo heeft natuurrubber een biologische oorsprong, maar qua opbouw en verwerking lijkt het meer op de synthetische polymeren (kunststoffen). Tegenwoordig kan de industrie vanuit verschillende organismen plastics maken. Dit worden ook wel bioplastics genoemd. Deze bioplastics zijn erg in opkomst aangezien het een milieuvriendelijker alternatief is op de plastics afkomstig van fossiele brandstoffen. Ook wordt er vaak geclaimd dat deze bioplastics ecologisch afbreekbaar of composteerbaar zijn. Toch is worden hierbij nog enkele kanttekeningen gegeven. Zo zouden er alsnog microplastics in het ecosysteem terecht kunnen komen en als de composteerbare materialen bij de afvalverwerker komen, breekt het materiaal niet snel genoeg af en wordt het materiaal alsnog verbrand. Alleen producten die zijn gekeurd op de norm EN-13432 mogen het kiemplantlogo dragen en kunnen in industriële composteerinstallatie worden gecomposteerd. (Bio Futura, 2021)

 

Kunststoffen

Kunststoffen worden ook wel plastics genoemd en zijn synthetische polymeren. Sommige polymeren kunnen drijven op water, omdat ze zo licht van gewicht zijn. de meesten zijn van organisch van oorsprong (uit steenkool of aardolie) en bestaan uit lange ketens van moleculen. Door pigmenten toe te voegen kunnen de doorzichtige polymeren worden gekleurd. Net als pigmenten kunnen er ook andere niet-polymere toevoegingen aan de kunststof toe te voegen om diens eigenschappen te veranderen. Denk hierbij aan weekmakers en versterkende vulstoffen, maar ook aan stabilisatoren en anti-oxidanten om het materiaal te beschermen tegen veroudering, licht en biologisch afbreekbaarheid. Hergebruik en recycling is belangrijk voor deze materialen, ondanks dat het moeizaam en duur is. Bij synthetische polymeren is de weestand tegen degradatie in het milieu groot. Kunststoffen zijn geschikt voor elektrische en warmte-isolatie, omdat het slechte geleiders zijn. Plastics zijn brandbaar en geven bij hoge tempraturen roet en veel verschillende soorten schadelijke gassen af. Polymeren worden in drie groepen onderverdeeld:

  1. Thermoplasten

  2. Thermoharders

  3. Elastromeren/rubbers

 

Keramiek

Keramische materialen wordt uit de aardkost gedolven en zijn veelal samenstellingen van metalen en niet-metalen. Voorbeelden zijn edelstenen, silicium, glas, porselein, beton en titaannitride. Keramiek wordt gezien als vrij breekbaar, maar schijnt in de praktijk toch sterker te zijn dan verwacht. Het is over het algemeen hard, slijtvast en corrosievast. Daarnaast kunnen de eigenschappen van de materialen worden aangepast, waardoor een er verschillende mogelijkheden voor toepassing worden geboden. Hierin wordt er onderscheidt gemaakt tussen enerzijds structurele en functionele keramiek. 

 

Aan de hand van deze categorisering en de kennis uit de literatuur zal hieronder meer worden verteld over de eigenschappen van de materialen.

​

Polypropyleen (PP)

Categorie: kunststof

Polypropyleen, ook wel polypropeen genoemd, is thermoplast en sterker dan PE. Het heeft een hoge hardheid en een smeltpunt van 165 °C. PP kan goed tegen het herhaaldelijk buigen van het product. Daarom is het materiaal terug te vinden in verpakkingen, kratten, auto-onderdelen en natuurlijk mondkapjes.

Voor het produceren van mondkapjes wordt er met gebruik van een speciale techniek, genaamd meltblown, een soort stof gemaakt. Deze meltblown non-woven stof is vanwege de filtratie-eigenschappen en de ultrafijne vezels is het zeer geschikt voor het tegenhouden van virusdeeltjes.

​

Polyester (PE)

Categorie: kunststof

Polyester valt onder de termoharders en wordt aan polypropyleen toegevoegd om de structuur te verstevigen. Door deze versteviging zal de vezel minder snel breken tijdens de productie van de meltblown non-woven stof.

​

Polylactide (PLA)

Categorie: kunststof / biomateriaal

PLA wordt in het Nederlands ook wel polymelkzuur. Het is een thermoplastische alifatische polyester die afkomstig is van hernieuwbare bronnen. Denk hierbij aan maïszetmail, tapiocawortels of zetmeel. Polymelkzuur is een bioplastic en wordt vaak in de voedselindustrie gebruikt om voeding te verpakken. Echter, PLA is vaak te kwetsbaar en is niet compatibel met veel fabricageprocessen voor verpakkingen. Daarom moet het worden versterkt met additieven. (Bioplastics News, sd)

​

Polyurethaanschuim

Categorie: kunststof

Polyurethanen komen voor als rubbers, maar het meeste als schuimen. Dit kunnen harde schuimen zijn  voor in de bouw, voor isolatiedoeleinden of als elastisch schuim in matrassen of … mondmaskers. Polyurethanen zijn thermoharders.

​

Aluminium

Categorie: metalen

Aluminium, niet te verwarren met aluminia, is een non-ferro metaal en is de meest voorkomende metaal in onze aardkost. Het wordt gewonnen uit de erts bauxiet. Vanaf 1910 is een sterk stijgende lijn te zien van het gebruik van aluminium. Dit komt door meer toepassingen van aluminium in de bouw en verpakkingsindustrie. Gelukkig is aluminium goed te recirculeren en is dit zelfs energiebesparend. Zo kost aluminium productie vanuit bauxiet (primair AL) 150 MJ per KG en hergebruikt aluminium (secundair AL) slechts 10 MJ per KG. Toch moet er bij hergebruik goed gekeken worden naar het materiaal. Is de AL-legering een kneed- of giet legering. Gietlegeringen bevatten meestal een lager gehalte van zuivere aluminium door een hoger gehalte aan legeringselementen.

​

Katoen

Categorie: biomateriaal

De katoenvezel, die onder andere wordt gebruikt om textiel van te maken, bestaan uit polymeren afkomstig van cellulose. Deze cellulose (wanden van de plantencel) heeft unieke eigenschappen die het zeer geschikt maakt voor productie van textiel. Het is van nature sterk, is makkelijk schoon te maken en kan goed tegen vocht. Bovendien kan het materiaal worden gerecycled. De stof moet eerst weer worden teruggebracht tot vezel, om vervolgens opnieuw te worden gesponnen tot garen. Het enige nadeel aan het gebruik van katoen is dat bij het telen en verwerken van de katoenplant veel chemische stoffen (voor bestrijding van ongedierte) en water wordt gebruikt. Bij katoen met een biologisch keurmerk worden geen chemisch stoffen gebruikt of is de plant genetisch gemodificeerd. (Waarzitwatin, sd)

​

Synthetisch rubber

Categorie: kunststoffen

Rubbers bestaan uit lange ketenmoleculen. Deze ketenmoleculen zijn chemisch met elkaar verbonden om ervoor te zorgen dat ze niet gaan vloeien onder mechanische belasting. De synthetische rubbers hebben een groot deel van de markt overgenomen. Echter, de rubbers zijn moeilijk te hergebruiken. Door de speciale verwerking (vulkanisatie) worden de polymeren aan elkaar gekoppeld. Het aan elkaar koppelen van de ketens is gemakkelijk, maar het loskoppelen van de ketens zonder de waardevolle polymeren kapot te maken is lastiger. Daarom wordt er nu veel onderzoek gedaan naar andere vormen van rubberproductie.

​

Composteerbaar.jpg

Regelgeving

- Algemene regelgeving
Op 1 december 2020 werd het dragen van een mondkapje in openbare ruimtes verplicht. Met openbare ruimtes wordt er het volgende bedoeld: overdekte ruimten, in het onderwijs, het openbaar vervoer en bij contactberoepen. Er is voor deze maatregel gekozen om de besmetting van het COVID-19 virus tegen te gaan. Door het dragen van mondkapjes wordt de kans op besmetting in openbare ruimtes of transport een stuk kleiner. Deze regels voor waar je mondkapjes moet dragen en waar niet brengt soms verwarming met zich mee. Zo is het verplicht om een mondkapje te dragen als je één van de gebouwen (uitvaartcentra of crematoria) van DELA bezoekt. 


- Uitvaartcentra of crematoria

Voor de uitvaartcentra of het crematoria waar de gasten ontvangen worden in een publieke binnenruimte is het dragen van een mondkapje verplicht. Het mondkapje moet tijdens de dienst gedragen worden zodat de er geen besmetting kan worden overgebracht. Na de uitvaartplechtigheid zullen de gasten naar de condoleanceruimte gaan, tijdens het verplaatsen van ruimte is het ook verplicht om een mondkapje te dragen. Als de gasten een vaste zitplaats hebben gevonden in de condoleanceruimte is het toegestaan om het mondkapje af te doen. Als de gasten naar het toilet willen of de ruimte willen verlaten is het weer verplicht om het mondkapje te dragen. Er zijn dus veel momenten in het uitvaartproces dat het mondkapje gedragen moet worden.

 

- Welke soorten worden er gebruikt?

Er zijn verschillende soorten mondkapjes die worden gedragen in het uitvaartcentra en crematoria van DELA. Zo zijn de bezoekers verplicht om een mondkapje te dragen in de gezamenlijke ruimtes, dit mogen niet medische of medische mondkapjes zijn. Bij het verzorgen van de lichamen is het dragen van een mondkapje ook verplicht, dit zijn chirurgische mondkapjes (de normale blauwen). Voor het behandelen van corona lijken zijn de maatregelen iets strenger. Zo moeten er beschermende pakken worden gedragen, FFP2 mondkapjes met filter en beschermend spatscherm worden opgedaan. De FFP2 mondkapjes met filter gebruikt het personeel van DELA ook bij het verwerken van de as uit de verbrandingsoven. DELA heeft dus met veel verschillende mondkapjes te maken, dit maakt recyclingproces een stuk moeilijker.


- Toekomstige regelgeving

Mondkapjes zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit het huidige straatbeeld. Het is tegenwoordig zo normaal geworden, dat niemand meer omkijkt bij het dragen van een mondkapje. Voorheen was dit nog wel het geval en was het dragen van een blauw medisch mondkapje een rare vertoning. Deze dagen zie je kapjes in allerlei kleuren en maten, één voor elke outfit. Het dragen van een mondkapje is tegenwoordig onderdeel geworden voor ons modebeeld.
 

Naast dat het modebeeld wat wij nu van de mondkapjes hebben is het ook een feit dat het dragen van bijdraagt aan het tegenhouden van het verspreiden van een virus. Door het de komst van het coronavirus is het weer duidelijk geworden dat een pandemie voortduurt op de loer ligt.  Naast dat er zomaar een nieuwe pandemie kan komen is het van het coronavirus ook nog niet onder controle.  President-directeur Willem van der Leegte van VDL Groep: “De corona crisis heeft de voorbije maanden aangetoond dat een pandemie zich niet laat sturen en dat het belangrijk is dat werelddelen gaan voorzien in de eigen behoeften. Daardoor zijn we het aan onszelf verplicht om dicht bij huis zekerheden te creëren”. Voorlopig zullen de mondkapjes nog niet uit ons straatbeeld verdwijnen, misschien zullen we ze dit wel nooit meer doen. Het is nu dus belangrijk dat de mondkapjes geen schade toebrengen aan het milieu voor nu en anders voor in de toekomst (volgende pandemie).

bottom of page